voor onze jonge lezers
Schaatsen en schrijven
Lopen op het water is een wonderbare kunst en toch slagen enkele dieren erin. Op bijna alle vijvers en ook in sommige beken kan je ze bezig zien. Bij tientallen zitten ze kort bij de oever, ze gaan met snelle, korte schokjes vooruit, links, rechts. Op het eerste gezicht lijken het wel grote muggen met hun lang smal lichaam en lange poten. In werkelijkheid zijn het geen muggen, maar waterwantsen. Omdat ze zo mooi over het water glijden, noemt men ze schaatsenrijders.
Hoewel ze de hele dag op het water zitten worden ze nooit nat, zelfs hun pootjes niet. Dat ze netjes op het water kunnen drijven heeft te maken met de oppervlaktespanning. Een eigenaardig gebeuren dat je zelf ook eens kan uittesten. Neem een diepe schaal gevuld met kraantjeswater. Leg op een vloeipapier een gewone naald en leg het dan voorzichtig neer op het water. Het papier zuigt meteen water op en daalt naar de bodem, maar kijk de naald drijft op het water, ze drijft dankzij de oppervlaktespanning van het water. Voeg er nu wat vloeibaar afwasproduct aan toe en kijk wat er gebeurt. De oppervlaktespanning verdwijnt en de naald zinkt. Maar nu terug naar onze dieren, zolang het water zuiver is, gaat het prima. Maar als er teveel wasmiddelen in terechtkomen, is het mooie liedje uit, de oppervlaktespanning verdwijnt en het watervlak kan niets meer dragen. Ook de schaatsenrijder zinkt erin weg.
De schaatsenrijder heeft zes poten of beter gezegd drie paar poten; het is dus een insect. Zijn ze allemaal even lang? Toch niet, het middelste paar is het langste, met deze twee poten roeit het dier vooruit met snelle, korte rukjes. Het achterste paar poten dient als roer : hiermee stuurt het dus naar links of rechts. En het voorste paar dan? Die hangen er niet zomaar bij, dat zijn immers zijn grijppoten, hiermee pakt de schaatsenrijder alles beet wat eetbaar is. Hij eet het liefste watervlooien, die zuigt hij leegt, maar hij lust even graag een schietmot of ééndagsvlieg die op het water is terechtkomen. Een echte rover dus. Ze kunnen ook duiken en zelfs vliegen waardoor ver van het water kan worden overwinterd. Op het land is dit dier echter niet zo snel, en bij aanraking worden kleine sprongetjes gemaakt om te ontsnappen.
Eva Suls